Het Oostblok bestaat niet

Hier lijkt nog steeds het misverstand te heersen dat Bulgarije en, zeg, Litouwen twee namen zijn voor hetzelfde. Niets is echter minder waar, schrijft Franka Hummels.

Het was flink mis in Sofia deze week. Duizenden demonstranten eisten het aftreden van de Bulgaarse regering. Bij wijze van protest werden politici en journalisten ingesloten in het parlementsgebouw. Midden in de nacht werden ze met veel geweld bevrijd.

De berichtgeving over deze gebeurtenissen in Nederland was opvallend. Zo ook in de Volkskrant: naast een kort bericht over de protesten stond een artikel onder de kop: ‘In voormalig Oostblok staat niemand nog boven de wet.’ In deze analyse werden -interessante – corruptieschandalen in Litouwen, Tsjechië en Slovenië met elkaar vergeleken.

Ontevreden
Dit naar aanleiding van een halve revolutie, met een complexe set aanleidingen. Een bevolking die ontevreden is over hoe de regering de crisis het hoofd probeert te bieden, die nieuwe verkiezingen eiste en kreeg. Opnieuw teleurgesteld raakte, en deels ook het vertrouwen in democratie verloor. Al veertig dagen kwamen mensen ontsteld in het geweer tegen een paar hoogst onlogische benoemingen. Inderdaad, zeer sterk naar corruptie riekend nepotisme, maar dat is niet het enige dat in Bulgarije aan de hand is.

Litouwen, Tsjechië, Slovenië. Een reis van Vilnius, via Praag naar Maribor, waar de in het artikel genoemde schandalen zich afspelen, is even lang als een reis van Kopenhagen naar Lyon via München en Berlijn. Dat zijn nogal afstanden. Door de landen op één hoop te gooien, wordt een exotisch en ver-van-mijn-bedbeeld geschetst.

De grens tussen Oost- en West-Europa is hier bovendien volstrekt arbitrair. Het woord ‘bouwfraude’ bestaat niet voor niets. Katholiek en orthodox Pasen zullen eerder op één dag vallen, dan dat Italië de mondiale anticorruptieranglijst zal aanvoeren. Corruptie is geen zuiver Oost-Europees probleem, en het is onterecht om het met een van de Europese windstreken te associëren.

Verzamelterm
Het is eigenaardig dat men het in West-Europa nog steeds over ‘het Oostblok’ heeft. De Berlijnse muur viel immers al in 1989, bijna vierentwintig jaar geleden, en sleepte het IJzeren Gordijn in zijn kielzog mee. Maar ook tijdens de Koude Oorlog was het woord ‘Oostblok’ als verzamelterm voor de Europese communistische landen al omstreden. Met name de Midden-Europeanen in Tsjechoslowakije en Hongarije moesten er niets van hebben. De communistische landen vormden, behalve dan in het Warschaupact, niet één blok. Cultureel en historisch zijn ze altijd divers geweest. Wie kan de Baltische Hanzesteden vergelijken met de bergdorpen op de Balkan? De opname in het militair-politieke blok was bovendien in geen geval vrijwillig. En voor de goede orde: Slovenië maakte deel uit van Joegoslavië, en dat land hoorde niet bij het Warschaupact.

Bijna iedereen scheert de helft van de Europese landen onbekommerd over één kam. Met name tijdens het Eurovisiesongfestival blijkt dat we de landen voorbij de Elbe vaak als één grote brij van te veel make-up, slechte discodeuntjes en vriendjespolitiek zien. Dit kwam in 2011 prachtig tot uiting, toen de Volendamse volkszanger Jan Smit als commentator zei dat Litouwen de begeerde twaalf punten aan Georgië schonk omdat het buren waren.

Als het nu landen betrof aan de andere kant van de wereld waarmee we nauwelijks handel drijven, dan was die wereldvreemde kijk weliswaar niet te verdedigen, maar wel te begrijpen geweest. Maar dat is niet het geval. Bulgarije, Litouwen, Slovenië, Tsjechië. Ze maken allemaal, net als Luxemburg, Spanje en Nederland, deel uit van de Europese Unie.

Gezamenlijke Europese toekomst
Met Bulgarije, Litouwen, Slovenië en Tsjechië beslissen we over de gezamenlijke Europese toekomst. Over landbouwsubsidies, over een eventueel gezamenlijk buitenlandbeleid, over invoerbeperkingen, over grensbewaking, over arbeidsmigratie, over de teksten op onze etiketten, over de tarieven van onze mobiele telefoons en natuurlijk de spreekwoordelijke kromming van de bananen in onze supermarkten.
Door ‘het Oostblok’ in de beeldvorming te behouden, krijgen we nooit goed zicht op de eigenheid en eigenaardigheden van de voormalige communistische landen in de Europese Unie. Dit schaadt niet alleen onze economische positie, maar ook onze politieke invloed in Brussel.

Nederland telt 25 europarlementariërs. Bulgarije, Tsjechië, Slovenië en Litouwen hebben er samen 58. Maar los van elkaar zijn het er respectievelijk 17, 22, 7 en 12. De regeringen van deze landen hebben elk een andere politieke kleur. Het loont dus om te differentiëren en elk land op zijn eigen merites te beoordelen. Als we blijven denken dat ‘ze’ ‘elkaar’ steeds de douze points toespelen zonder te bekijken wat er daadwerkelijk gebeurd is, krijgen wij ze zeer zeker niet.

Franka Hummels is freelance journalist, gespecialiseerd in Oost-Europa.