Tweets over Alionka

We gingen Alionka opzoeken, want ze was eenzaam in Denemarken.

Met zijn vieren gingen we, met een huurauto vanaf Amsterdam Amstel. Alleen Gerhard had een rijbewijs.

Alionka woonde in Ask, midden tussen de grimmig groen glooiende heuvels. Zo lieflijk, zie daar maar eens ongelukkig te zijn.

Ze was op een school waar lusteloze Deense tieners op kosten van de staat mochten kleien over wat ze met hun leven moesten.

Creatieve geesten, met rare kleren, en originaliteit als eis. Die paar Oost-Europeanen, die schutterden, en zich aan regels wilden houden,

Die vonden ze maar raar. Ze spraken Deens met elkaar. Alionka leerde ook Deens. Danish for ducklings, heette haar boek.

We namen Alionka mee naar ze zee. Het regende, dus we bleven in de auto. Parkeerden, keken voor ons uit.

Het werd donker. Ik zette een cassettebandje op, van Gruppa Leningrad. Russische punk, populair.

Alionka sloeg beschaamd haar hand voor haar mond, zoals ik dat alleen Alionka buiten films heb zien doen. Dit is ‘mat’, zei ze.

‘Mat’, onbehoorlijke boeventaal. Dat was ook de naam van het album. We lachten. Alionka wist zich er geen raad mee, hoe ze ons had gemist.

We reden terug door de stortregen, in de nacht, alleen Gerhard achter het stuur, uren. Ik moest de volgende dag vergaderen,

Ik was selectiecommissie geweest voor een nieuw LSVb-bestuur, we presenteerden onze voordracht aan de ALV.

Het was geen fijne vakantie. Steven en ik hadden steeds ruzie, en dat is lastig te verbergen voor je best bevriende stel.

Later gingen we nog eens met zijn vieren op pad. Naar Frank ik Antwerpen, met Pasen. Steven vond het grappig Ger toen ie sliep in zijn kruis te trappen. Gerhard niet. Ik snapte dat.

Alionka was in Denemarken gebleven, ze was au pair in het Noorden. Ze msn’de me: Franka ik huil elke dag.

Ze had de moed een bejaarde Amerikaanse die ze in Ask bij een volksdansles ontmoet had te bellen. Harriet kwam haar halen.

In Kopenhagen logeerde ze bij Harriet en Kristian, ze vonden voor haar een nieuw gezin.

Ook daar bezocht ik haar. Het was een enorm huis. Alionka woonde in de kelder. Ze had boekjes liggen over een liefdevol orgasme, ofzo.

Ze had Siarzhuk al lang niet gezien, ze begrepen elkaar niet goed meer. In Wit-Rusland sprak je over dat soort dingen eigenlijk niet.

Siarzhuk en zij waren al een eeuwigheid samen. Zoiets mocht niet uitgaan, vond mijn hele lijf. Want als zoiets uit zou gaan, dan konden ook minder stevige relaties het begeven. En daar durfde ik niet eens aan te denken.

Alionka was de au pair van papa. De aan haar toevertrouwde kleuter was de helft van de tijd bij de au pair van mama.

Alionka sneed met een stevig mes een avocado voor me. ‘Weet je wat dat is? Een avocado?’

In de stad zagen we die messen in een designwinkel. Iets van 70 euro per stuk. Toen we terugkwamen was Alionka’s baas boos.

Ze had de ramen niet gewassen, en ze was toch bij hem om te werken. Het was de tweede keer in een jaar dat ze bezoek had.

De keer daarna dat ik haar zag, woonde ik samen in Haarlem. Ik ging met de nachttrein. Alionka’s man haalde me op op hun voorstadstation.

Ik had gehuild toen ik afscheid van Steven nam in Amsterdam. Dat was gek, we reisden allebei heel veel en zagen elkaar regelmatig even niet.

Alionka’s man was een Roemeen, genaturaliseerd en compleet maf. Ik vond hem direct heel aardig.

Hij at van alles niet, en wilde opnieuw studeren. Maar niet meteen, hij wilde dat Alionka een jaar uittrok om goed Deens te leren.

Dan zou ze meer aansluiting vinden. Tot die tijd zou hij hen in onderhoud voorzien. Ik vond hem geweldig.

Alionka had na haar Wit-Russische cum laude rechtenstudie bedrijfskunde gedaan in Kopenhagen. Dat viel haar zwaar.

‘Deense studenten kennen allemaal wetten al, zoals vraag en aanbod, dat is nieuw voor mij.’

We keken de video van de bruiloft. Er waren niet veel mensen, met de beide families grotendeels in het buitenland. Haar zusje was gescheiden.

Halka, die ik toen vaag kende omdat ik bij haar in Warschau had gelogeerd, maar met wie ik later vrienden werd, was er wel.

Alionka kon er niet over uit. Ze was er zo blij mee. Ze miste vrienden. Ze had alleen Harriet en Kristian.

Haar familie miste ze ook. De familie van haar man was niet zo hecht.

In het museum kregen Alionka en ik ruzie. We doen dat geloof ik beide niet zo gauw, boos zijn op vrienden.

Maar ze vroeg hoe het ging met de dochter van Gerhard en Marjet, dat was er toen nog maar één. Ik was dol op die dochter, dol op haar ouders.

‘Och’ riep Alionka met een dramatisch gebaar, toen ze hoorde dat Emke naar de opvang ging. ‘Dat vind ik zó zielig!’

Ik vond het niet zielig, en vond wat ze ermee impliceerde niet kies. Het deed me pijn.

Toen ik thuiskwam biechtte Steven op dat hij in mijn afwezigheid naar een ander huis had gezocht, het ging niet langer.

Het ging wèl langer, bleek. We hielden elkaar nog een jaar in liefde gevangen.

De laatste keer dat ik Alionka zag was in Zandvoort, twee jaar geleden. Ze was er met haar Deense vriend, voor zijn werk.

Ze studeerde voor kleuterjuf nu. Dat paste haar. We kenden elkaar een decennium, minstens, we hoorden bij elkaar, dat voelden we.

Toen ik haar leerde kennen kon ze nog nauwelijks Engels. Om haar emails te ontcijferen, had ik iemand nodig die goed Russisch kon,

Om haar zinsbouw te kunnen snappen. Haar openheid ontwapende me totaal, steeds weer een mes recht in mijn hart.

Ze zag hoe Steven en ik een stel werden, was zo vriendelijk ons niet te plagen. Ze zag hoe ik gretig probeerde haar land te verstaan.

Kloek regelde ze vegetarisch eten voor me, als ik zei dat aardappels heus zouden volstaan. Het iele dametje ging driftig rijen voorbij en smeet deuren open, om onze visa in orde te krijgen. Ze dweepte met Siarzhuk, maar klaagde ook. Ze was een vrouwtje.

En nu aten we kaasfondue in Zandvoort, zonsondergang. We hoorden bij elkaar, vooruit, maar zeiden eigenlijk niet veel.

Ik had net een nieuwe liefde. Dat vond ze leuk. Ze klapte blij in haar handen en vroeg of hij een gezin wilde. Niet wie hij was.

Die liefde is inmiddels over, dus misschien deed het er ook gewoon niet toe.

Als ik moet overstappen op Kopenhagen schrijf ik haar meestal. Ze heeft nooit tijd naar het vliegveld te komen, dat begrijp ik.

Vorig jaar sprak ze me opeens aan op Gmail-chat. ‘Franka! Sorry dat ik zo lang niets van me heb laten horen! Ik ben een slechte vriendin. Maar dat weet je. Anderen, Halka, Marjet, jij, kunnen dat wel, contact onderhouden. Maar Franka! Ik heb groot nieuws! Ik heb een zoontje!’

HOERA! Schreef ik. Hij is heel mooi, schreef zij. Hoe heet hij?, schreef ik. Zij schreef niks terug.

k weet niet hoe haar zoontje heet. Ik zal altijd alles voor haar doen.